Stierenkuilen zijn kuilen die stieren van rund en wisent maken om te imponeren. De kuilen zijn kleine biodiversiteitshotspots. Ze leveren kiemgrond voor pionierplanten, nestgelegenheid voor zeldzame wespen en bijen en leefgebied voor talloze andere insecten. Duizend jaar geleden verdwenen de grote wilde grazers uit ons landschap en daarmee de stierenkuilen. Nu er weer natuurlijke kuddes rondlopen in Nederland zijn ook de stierenkuilen weer terug. In samenwerking met de Wageningen Universiteit doet ARK onderzoek uit naar dit bijzondere fenomeen.

Raggende stieren in de bronsttijd

Stierenkuilen ontstaan vooral in de bronsttijd, bij runderen rond juni en bij wisenten in september. Dat is de periode waarin volwassen stieren worden uitgedaagd door de andere stieren in de kudde. De hormonen gieren door hun lijven en om indruk te maken op elkaar schrapen ze met hun poten over de grond en gooien het vrijgekomen zand omhoog. Dat schrapen doen ze graag op steeds dezelfde plekken. Daardoor ontstaan er asymmetrische kuilen met een steile rand in een halve cirkel. De stier bewerkt deze steile rand regelmatig met zijn flanken, maar vooral met zijn kop. Grote brokken van de wand vliegen dan door de lucht. Hierdoor ‘wandelt’ de kuil met soms meer dan een meter per jaar door het landschap. Soms komt een stier niet meer terug in een kuil en dan raken de steile randen in verval doordat passerende runderen of paarden de randen van de kuil af trappen. De kuil zelf raakt begroeid en verdwijnt langzaam weer in het landschap.

Jarenlang weggeweest

Stierenkuilen komen vrijwel nooit voor op een regulier boerenbedrijf. Het enige moment waarop een volwassen stier weer bij een groep runderen staat is als er koeien gedekt moeten worden. Maar ook dat gebeurt bij moderne veehouderijen meestal kunstmatig. Bovendien gaat een kuil ten koste van grasland en dus van efficiëntie. Een stierenkuil met steile randen is mede hierom tegenwoordig een vrij zeldzaam fenomeen in Nederland. Weliswaar maken ook beken en rivieren steile wanden en randen als ze de ruimte krijgen om vrij te meanderen, maar dit proces is in Nederland grotendeels aan banden gelegd. Maar het tij is gekeerd. Sinds 1984 lopen er op de Slikken van Flakkee in Zuid-Holland als eerste plek in Europa weer wilde runderen in een natuurlijk sociaal kuddeverband. Sindsdien lopen in steeds meer natuurterreinen kuddes van rund en paard waarbij ruimte wordt gegeven aan het natuurlijke gedrag van de dieren. En dus zijn na bijna 1000 jaar afwezigheid de stierenkuilen weer terug in het Nederlandse landschap en herstelt de wisselwerking met planten en dieren zich weer.

Image
De prachtig gekleurde goudwesp is een van de vele wespensoorten die afkomt op stierenkuilen (Foto: Jeroen Helmer)

Rijkdom aan insecten

Steile randen als bij een stierenkuil zijn zeer in trek bij insecten. Ze profiteren van het feit dat ze bij zo’n steile rand het zand uit de gangen gemakkelijk kunnen afvoeren en minder last hebben van inregenen. Ook loopt er niet allerlei kruipend gedierte in het hol en er ontstaat er een warmer microklimaat. In één stierenkuil kun je soms wel 2000 insectengaten vinden. Verschillende soorten zand- en groefbijen, graaf- en leemwespen, parasitaire bijen, wespen en vliegen, wolfspinnen, spinnendoders, roofvliegen, libellen en andere pionierinsecten gebruiken de kuil als nestplaats of als jachtterrein. Opvallende bezoekers zijn ook de blauwvleugelsprinkhaan, bastaardzandloopkever of de zeldzame schoorsteenwesp en steilrandgroefbij. Dit laatste kleine bijtje moet het zelfs helemaal van actieve kuilen en steile randen hebben.

ARK'er Jeroen Helmer laat de waarde van stierenkuilen voor de natuur zien. Bron: Roeg, RTV Drenthe

kansen voor pionierplanten

Veel planten hebben kale grond nodig om hun zaden te laten kiemen en genoeg licht om op te groeien. In een dichte grasmat of gesloten moslaag maken jonge kiemplanten dan ook weinig kans om te overleven. Bij een stierenkuil profiteren dus talloze pionierplanten van de opengewoelde grond. Soorten als klein en Duits viltkruid, zwarte mosterd, zachte ooievaarsbek, reukeloze kamille, vroegeling, grote klit en muizenstaart krijgen niet alleen de kans om in deze kale grond te kiemen, maar voor een deel worden hun zaden ook nog eens door de grote grazers verspreid.

Serie achtergrondartikelen over stierenkuilen

Stierenkuilen hebben dus een unieke ecologische functie in de natuur. ARK publiceerde een berichtenserie over de diverse soortgroepen die van stierenkuilen profiteren. Hieronder kun je de afzonderlijke berichten van de serie aanklikken.

Image
Groefbijendoder met prooi (Foto Jeroen Helmer)

Image
8 groefbijendoders op 1 stierenkuilwand (Foto Jeroen Helmer)

Image
Breedbandgroefbij en bloedbij (foto Jeroen Helmer)