Pontische meeuw en aalscholver vinden Rotterdams getijdeneiland
7-01-2021|DOOR
Het Rotterdamse Eiland van Brienenoord staat even flink op z’n kop: er vinden werkzaamheden plaats voor de ontwikkeling van dit gebied tot getijdenpark. Door de oogharen heen is al goed te zien wat voor bijzondere natuur er ontstaat in en rond dit eiland in de Nieuwe Maas. De zandplaten aan de westzijde, die met eb droogvallen, blijken al snel gevonden te worden door een grote hoeveelheid watervogels.
Stapje voor stapje veranderen delen van de oevers van de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg in en om Rotterdam in getijdenparken: natuurgebieden waar eb en vloed hun gang kunnen gaan en waar zoet en zout water samenkomen. Door het terugbrengen van deze natuurlijke processen keren dier- en plantensoorten terug die horen bij een delta.

Flauwe oevers met scherpe resultaten
Doordat de oevers hier meestal recht en steil zijn, zijn de effecten van eb en vloed op de meeste plekken nauwelijks merkbaar. Zonde, want juist door een fluctuerend waterpeil kan unieke natuur ontstaan. Om dat te bewerkstelligen maken we de stenige, steile oevers weer ‘zacht’ en flauw aflopend. Want hoe zandiger of slibbiger een oever, hoe meer schelpjes en wormen zich erin kunnen vestigen en hoe meer vogels er vervolgens op afkomen als de oevers droogvallen bij eb. En hoe minder steil, hoe meer oppervlakte er beschikbaar komt voor dit soort bijzondere natuur.
Eiland van Brienenoord, een stadsjungle
Een van de belangrijkste nieuwe getijdenparken in ontwikkeling is het Eiland van Brienenoord, midden in de Nieuwe Maas in Rotterdam. Dit eiland is een soort stadsjungle: een klein stukje groene oase, met in de zomermaanden Schotse Hooglanders als ‘beheerders’ en ruim zicht op de rivier. Geïnitieerd door de gemeente Rotterdam, Rijkswaterstaat, ARK Natuurontwikkeling en WWF, voert Rotterdam hier verschillende ingrepen uit waardoor het getij meer vat krijgt op het eiland. Dit is gunstig voor vogels, vissen en bijzondere plantensoorten zoals de spindotter, die alleen in zoetwatergetijdengebieden voorkomt. Aan de oostzijde wordt het eiland met flauw aflopende oevers verlengd. Aan de zuidzijde worden de steile oevers afgegraven en wordt rivierhout geplaatst, ideale schuilplekken voor trekvissen op hun tocht van zee naar rivier. Aan de westzijde is de bodem juist opgehoogd waardoor er zandplaten droog komen te liggen bij laag water.

7 soorten meeuwen
Op die zandplaten zijn de eerste voorzichtige resultaten van de ingrepen al te zien. Op www.waarneming.nl, de site waar natuurliefhebbers hun waarnemingen van planten en dieren invoeren, blijkt dat met name veel verschillende soorten meeuwen de platen bij laag water weten te vinden. Maar liefst 7 soorten meeuwen gebruiken de platen als plek om te rusten en hun verenpak op orde te brengen. De talrijkste lijken de kokmeeuw en de zilvermeeuw van welke er soms wel tot 175 tegelijk zijn waargenomen. Maar ook zeldzamere soorten als de pontische meeuw en de geelpootmeeuw worden regelmatig gespot. Een andere vogelsoort, de aalscholver wordt vaak zittend met open vleugels gezien, zodat zijn veren kunnen drogen na een duik onder water. Aalscholvers hebben geen vetklieren zodat ze makkelijker kunnen duiken. Daardoor is het wel van belang dat ze hun veren daarna actief drogen. Een mooi gezicht zo vanaf het Eiland van Brienenoord.
Zonnende zeehond
Naar verwachting zal op den duur de getijdezone ook bezocht worden door steltlopers, zoals scholekster en tureluur. Deze zoeken met hun lange snavels naar wormen en schelpen in de modder. En wie weet zullen we er af en toe een zeehond zien liggen zonnen op z’n zij. Die zwemmen nu sporadisch al wel eens langs. Hou ze in de gaten, deze miniwaddengebieden midden in de stad.