IN MEMORIAM: Jobien Boonman, la grande dame van de Limburgse struinnatuur
28-04-2020|DOOR
Struinen. Wie wist krap dertig jaar geleden wat dat is? Nauwelijks iemand, want het gebeurde (bijna) niet, in ieder geval niet in de Nederlandse natuur. Zwerven door het groen, paden verlaten, sluipen, in een boom klimmen, diersporen volgen, geuren en geluiden achternagaan, steentjes rapen, veren verzamelen, bloemen plukken, … Het kon nergens, het mocht nergens. Totdat eind vorige eeuw langs de Rijn, de Waal en de Maas - óók de Limburgse Maas - nieuwe natuur ontwikkeld werd. Er kwam ruige natuur tot ontwikkeling, die tegen een stootje kan, met grote grazers, bloemrijke graslanden en wilgenbos. Daar mocht je struinen.
En dáár was Jobien Boonman. Vanaf 1994 nodigde ze jaarlijks namens ARK Natuurontwikkeling vele tientallen basisscholen in Zuid- en Midden-Limburg uit om mee te gaan. Vaak wel tachtig klassen in één jaar. Zo kreeg ze in twee decennia bijna 40.000 kinderen aan het struinen en met de kinderen pakweg achtduizend begeleiders zoals ouders, grootouders, stagiaires en leerkrachten. Toen ze in 2014 met pensioen ging, droeg ze haar bijzondere werk over, waardoor ook nu nog schoolklassen mee op struintocht kunnen gaan.
Struintochten zijn educatieve speurtochten. Kenmerkend is het hoge gehalte aan vrijheid en avontuur. In de tijd dat Jobien in Limburg ermee begon, en haar collega’s in Gelderland, was het een tikkeltje gedurfd. Maar het sloeg aan. Op een ongedwongen manier leerden kinderen de natuur in hun directe omgeving goed kennen. De minst gemotiveerde kids in de klas, bleken in de natuur vaak juist zelfs de grootste ontdekkingsreizigers te zijn. Sommigen kwamen gekleed in een echt camouflagepak, ze voelden de uitdaging en grepen hem aan. Anderen waren misschien een beetje vies van de natuur of zelfs een beetje bang, maar dat duurde meestal niet lang. Jobien wist met haar eigen enthousiasme en bewondering voor de natuur twijfelaars over de drempel te tillen.
Verdeeld in groepjes gingen kinderen in de natuur met opdrachten aan de slag. Jobien faciliteerde dat en beantwoordde vragen, zonder met haar neus er boven op te zitten. Met elkaar konden de kinderen en hun begeleiders de leukste, rijkste en spannendste plekjes zelf gaan ontdekken en ondertussen vogels spotten, wilde paarden observeren, kleine beestjes bestuderen, waterbeestjes scheppen en diersporen zoeken. Liefhebbers konden ook bloemkransen vlechten, natuurparfums bereiden en natuurschilderijtjes maken. Bij het struinen hoorden ook glibberen, springen, klauteren en elkaar helpen om bijvoorbeeld droog een watergeul over te komen. Zo gaat het overigens nog steeds.
Onder begeleiding van Jobien werd menige buitenles voor kinderen een onvergetelijke happening. Maar ook voor haar zelf. Ze genoot als kinderen hun vondsten toonden en spannende belevenissen in plastische beschrijvingen met haar deelden.
De rode draad in haar werk was de Maas, vooral de Grensmaas. Ze was actief in de Eijsder Beemden, Borgharen, Meers, Elba en de Stevolplas. En in Vlaanderen in Hochter Bampd, Kerkeweerd en Kollegreend. Hier liet ze velen kennismaken met de nieuwe, onbekende natuur van voormalige grindwinningen en rivierverruimingsprojecten. Nu zijn deze locaties - mede door haar - uitgegroeid tot geliefde wandelgebieden voor een breed publiek. Ook in het Beneden-Geuldal, Wormdal, groeve ’t Rooth, Kempen-Broek en Drielandenpark bij Vaals organiseerde ze jarenlang struintochten voor schoolklassen.
Jobien is op 9 april 2020 overleden. Ze was al enkele jaren ziek. Vanuit haar woonplaats Maastricht bleef ze de Maas en de Geul met grote regelmaat bezoeken. Maar vaak was ze ook te vinden aan de Zeeuwse kust. Nog meer dan de Geul en de Maas stroomde de zee door haar aderen. Als kleuter heeft ze zelf de watersnoodramp van 1953 aan den lijve ondervonden.
Jobien Boonman, een ‘Zeeuws Meisje’, dat door menigeen herinnerd zal worden als ‘Kleine Blonde Indiaan‘.

