BLOG: Avontuur in de Biesbosch
30-07-2020|DOOR
Mijn stageperiode bij ARK Natuurontwikkeling bij het project Dood doet Leven heb ik als enorm leuk, leerzaam en avontuurlijk ervaren. Het onderwerp zelf en de opzet van het project (met camerabeelden vastleggen welke diersoorten er van kadavers in Nederland profiteren) sprak mij een paar jaar geleden bij een presentatie van ARK'er Bart Beekers op school al enorm aan. Ik was dan ook erg verheugd om te mogen afstuderen op dit bijzondere project. Ik heb ondertussen veel geleerd over de grote hoeveelheid diersoorten die van kadavers profiteren en hoe belangrijk dode dieren wel niet zijn voor de natuur. In deze blog wil ik juist wat meer vertellen over de avontuurlijke kant van deze stage.
In vijf maanden tijd heb ik veel meegemaakt, van het vervoeren van een reekadaver in de auto van mijn ouders, om die vervolgens door het ruige landschap van natuurgebied het Markiezaat te slepen, tot het ontwijken van de verschillende kuddes runderen in het Markiezaat die geregeld op hoge snelheid door het gebied denderden.

In de Brabantse Biesbosch beleefde ik echter een heus avontuur. Dit vond plaats op een vrijdag, eind februari. 's Ochtends was ik al langs het Markiezaat geweest om de batterijen en SD-kaartjes van de wildcamera's te vervangen. Nu restte mij alleen nog de twee camera's in de Brabantse Biesbosch. Normaal gesproken is er een gesloten slagboom net voor het einde van de weg naar de Anna Jacominaplaat, waardoor ik dan het laatste stuk moet lopen. Dit vind ik altijd best een mooi stuk, met de nieuwe Merwede aan de rechterhand en de Amer aan de linkerhand. Op één van mijn velddagen vloog er hier zelfs een sneeuwgors op vlak voor me, ook kon ik hier alle drie de zaagbeksoorten vaak goed bewonderen.
Op deze bewuste dag in februari stond de slagboom voor het pad echter nog open. Aangezien er veel regen voorspeld was en ik er al een lange velddag op had zitten, besloot ik hier gebruik van te maken en dus verder door te rijden dan normaal. Het was immers bijna weekend en doorrijden is dan wel zo efficiënt. Net zo mooi als het lopen hier was, is ook het rijden over dit weggetje prachtig. Er zijn weinig plekken in Nederland waar je zo geïsoleerd rijdt met water aan beide kanten. Een soort miniatuur-Afsluitdijk ter beleving. Bijna aangekomen bij de Anna Jacominaplaat veranderde het pad. Aangezien ik vrijwel niet kon keren op de weg ernaartoe en ik vastberaden was om bij de cameralocatie te eindigen, besef ik niet snel genoeg in welke situatie ik mijzelf wring. Het geasfalteerde pad heeft plaats gemaakt voor een graspad. Dit zou normaliter geen probleem zijn, maar nu was de grond door regenval enorm vernat en merkte ik al snel dat dit geen goed idee was. Een omgevallen boom op het pad zorgt dat ik in de slip raakte en de auto tot stilstand komt. Muurvast in de modder. Pogingen om er met schommelende bewegingen naar voor en achter uit te rijden zorgden er alleen maar voor dat de auto nog verder vast komt te staan.
Het begon inmiddels te druppelen. Ik pakte mijn mobiel om mijn ouders te laten weten dat ik deze keer niet voor het avondeten thuis zal zijn. Tot mijn schrik zag ik dat mijn mobiel nog maar 2% vol is. Ik graaide in mijn tas om de powerbank erbij te pakken. Tot mijn nog grotere schrik ben ik juist op deze dag vergeten mijn powerbank met extra stroom mee te nemen. Met inmiddels 1% stuur ik mijn locatie door naar het thuisfront en belde ik kort om de situatie uit te leggen. Dan gaat het scherm van mijn mobiel op zwart, de accu is leeg. Zonder enige mogelijkheid om contact te leggen met de buitenwereld bevond ik mij nu op één van de meest geïsoleerde plekken in Noord-Brabant. In een ingegraven auto, terwijl de regenbui langzamerhand nog heviger wordt. Stranded in 'the middle of nowhere'.

Nog niet helemaal zeker hoe ik de situatie zal oplossen, loop ik snel naar de laatste cameralocatie om de batterijen en het SD-kaartje te vervangen voor de regen met bakken uit de hemel zal vallen. Terug bij de auto zit ik even droog om te bedenken wat nu de beste optie zal zijn. Ik besloot om het eten en drinken dat ik bij me heb, mee te nemen en ook mijn regenpak erbij te pakken. Om de situatie nog iets uitdagender te maken is ook de rits van mijn regenpak al een tijdje kapot waardoor ik deze alleen met klittenband vast kon doen. Voor normaal gebruik is dit geen probleem, maar nu brak juist op dit moment ook de rits van mijn jas. Ik blijf dus wel droog, maar dit maakt het buiten nog wel iets kouder. Ik begon aan de grote wandeling, op zoek naar iemand met een telefoon. De auto liet ik als gestrand schip achter. Het begint te schemeren en naast de regen begint ook een flinke wind op te spelen. Enkele boten die mij mogelijk gezien hebben vanaf de rivier, hebben geen idee in welke situatie ik precies verkeer. Al lopend zwaai ik zo nu en dan tevergeefs naar de bemanning die als schimmen door de regen zichtbaar zijn. Ergens kon ik ook wel van deze tocht genieten. In de schemer zag ik hoe grote groepen ganzen en enkele reeën verbaasd mijn richting op kijken. Ik loop als goed ingepakte vreemdeling door hun leefgebied in weersomstandigheden waarin zij naar alle waarschijnlijkheid niet vaak mensen zien.
Tijdens deze tocht van ruim acht kilometer beleef ik de Biesbosch op een geheel andere manier. Koud en genadeloos, maar ook mooi en vol met leven. Ondanks dat overal in de Biesbosch sporen van menselijk handelen zichtbaar zijn (in dit geval helaas voornamelijk aan de overkant van de rivier waar vele lichtjes fonkelen), is dit gebied nog ruig en onder invloed van de elementen. Ik had het idee een uniek inkijkje te krijgen in het leven van de ganzen en reeën in dit gebied. Hoe zij tijdens een storm als deze zonder regenjas of paraplu in de open velden blijven grazen en mij als de vreemdeling in dit scenario aanstaren, spreekt tot de verbeelding.
Na ruim twee uur kwam ik aan bij de Spieringsluis, waar mijn eerste hoop gericht is op het pannenkoekenrestaurant. Helaas bleek deze dicht te zijn. Het is inmiddels volledig donker geworden. Van de enkele woonhuizen die hier staan blijkt het dichtstbijzijnde huis geen voordeur te hebben, dus loop ik de tuin in. Binnen brandt licht en zie ik een vrouw die aan het koken is. Ik besluit om een beetje op afstand te zwaaien, om haar niet te laten schrikken. Gelukkig zag zij mij in de donkere tuin staan en opent ze een klapraam om te vragen wat er aan de hand is. Ik probeer dit uit te leggen, maar merk dat mijn kaak zo koud is geworden waardoor praten lastig gaat. Haar man komt er nu ook bij. Binnen lieten ook twee honden zich luid blaffend horen. Na de situatie enigszins verstaanbaar verwoord te hebben, mag ik gelukkig binnenkomen om van hun telefoon gebruik te maken. Nu merk ik dat door de kou ook mijn handen moeilijk in beweging te krijgen zijn. Na wat telefoontjes was het wachten op een sleepwagen. Inmiddels warm ik weer een beetje op en kan ik meer uitleg geven aan mijn redders in nood. Ze staan erop dat ik bij hun binnen blijf tot de sleepwagen arriveert.
En zo bevond ik mij aan hun eettafel met een heerlijk glas warme thee en de twee honden die - nu door mij geaaid - mij niet langer als indringer zien. Het stel bleek ook een zoon en dochter te hebben en voor ik het weet vergezel ik het gezin als onverwachte en onbekende gast aan tafel tijdens het avondeten. Ze vertellen dat zij al eerder in de Biesbosch gestrande mensen over de vloer hebben gehad die bijvoorbeeld het pontje naar Kop van 't land gemist hadden. Ik vertel over het project Dood doet Leven en mijn stage bij ARK. Het is een gezellige tijd en ik kan mij weer volledig opwarmen. Enorm dankbaar voor alle hulp en gastvrijheid verlaat ik het gezin weer als de sleepwagen en mijn vader bij het huis aankomen.

Tot mijn verbazing stond buiten een enorm grote en zware sleepwagen te wachten die eigenlijk bedoeld is voor situaties in Werkendam zelf. De bestuurder heeft er schik in en wilde de uitdaging wel aangaan. Samen met deze bestuurder en mijn vader rijd ik weer terug richting de auto. Ditmaal spreek ik de bestuurder over mijn stage en wat Dood doet Leven precies inhoudt. Opvallend zijn de grote hoeveelheden konijnen die voor de wagen in het donker over het pad wegschieten. Ondanks de veldbezoeken en het aflezen van de camerabeelden is er nog veel wat voor mij onzichtbaar is gebleven wat betreft de diersoorten in de Biesbosch. Blijkbaar stikt het in dit toch vrij smalle gedeelte van de Biesbosch van de konijnen. Aangezien ik met de auto al niet op dit pad kon keren, besluit de bestuurder om de laatste paar kilometers achteruit te rijden. Met enorm te prijzen stuurmanskunsten rijden we achteruit over de zeer smalle weg met de twee klotsende rivieren aan beide kanten. Aangekomen bij het punt waar het asfalt stopt, blijkt de ketting niet lang genoeg te zijn om de auto te bereiken. Opgeven is er bij de bestuurder niet snel bij en weer terug in de kou en regen proberen we met zijn drieën van alles om de auto los te krijgen. Van stukken hout en platen onder de wielen tot emmers grind om meer grip te krijgen. De modder schoot tijdens de pogingen hoog op en af en toe lijkt het bijna te werken. Enkele meters krijgen we de auto verschoven. Na ongeveer twee uur in het donker geprobeerd te hebben, moeten we concluderen dat dit met deze sleepwagen en materialen niet zal lukken. Voor de bestuurder van de sleepwagen was dit de eerste keer dat hij een auto niet kan bergen. Hoewel het eigenlijk zijn eer te na is, laten we de auto achter in de Biesbosch om dit de dag erna op te lossen.
De volgende ochtend krijg ik via de boswachter de contactgegevens van enkele boeren. De eerste boer die ik bel was gelijk bereid om mij met zijn tractor uit de brand te helpen. Na het telefoontje vertrek ik weer samen met mijn vader (in de auto van mijn opa en oma) richting de Biesbosch. Aangekomen bij de auto werden we opgewacht door een grote groep mensen die bezig was aangespoeld afval uit de Biesbosch met prikkers en afvalzakken te verwijderen. Door het extreem hoge water van de afgelopen dagen, was er namelijk veel vuil aangespoeld. De auto stond nu in het daglicht bijna als een historisch monument in het landschap. 'Ter herdenking aan een verloren strijd met de 'krachten der natuur' zou er zo op een bordje naast geplaatst kunnen worden. Na aankomst kreeg de boer de auto snel los en zette deze weer keurig op het asfalt. Na bij het gastvrije gezin een doosje Merci chocolade te hebben brengen, de boer te bedanken en in zijn onkosten te voorzien, reed ik terug naar huis terwijl de modder aan alle kanten van de auto opvliegt. Later die dag als de auto gewassen is en ik weer terug thuis ben, voel ik de spierpijn van de wandeltocht en ben ik een avontuur rijker, tijd voor weekend.
Silas van Bekkum, student Landscape and Environment Management aan de Hogeschool Inholland