Blog: Kennismaking met natuurbeheer in de praktijk
7-08-2019|DOOR
’s Ochtends vroeg om half 7 is het zo ver. Met het slaap nog in de ogen stap ik op de fiets om vervolgens de trein te pakken richting Wageningen. Ondanks het vroege tijdstip (voor mij als student in ieder geval, voor de meeste mensen die in het natuurbeheer of natuurontwikkeling werken zal dit dagelijkse kost zijn) heb ik toch zin in de dag. In Wageningen wacht een medestagiaire op mij en samen rijden we vervolgens naar het zuiden. We zijn onderweg naar de Valkenhorst, een natuurgebied in de buurt van Eindhoven dat niet vrij toegankelijk is bezoekers.
Hier aangekomen doen we onze laarzen aan en lopen we diep het gebied in. De paden hebben betere tijden gekend: overal zijn gaten en losse stukken grond. Dit is het eerste spoor van de aanwezige fauna: wilde zwijnen. We zijn echter niet gekomen voor het spotten van deze dieren. Gewapend met camera’s en een koelbox vol met dode vissen zijn we namelijk bezig voor het project Dood doet Leven van ARK Natuurontwikkeling. Hierbij worden kadavers teruggelegd in de natuur en wordt met cameravallen bijgehouden welke aaseters erop afkomen. Meestal zijn dit kadavers van reeën. Vandaag is dat dus anders.
In de Valkenhorst zit namelijk een van de weinige broedparen van de zwarte wouw in Nederland. Voor het onderzoek van mijn medestagiaire leggen we in plaats van een ree dode vissen neer om te kijken of deze zeldzame roofvogels hierop af komen. Uiteindelijk vinden we een geschikte plek. Het opzetten van de cameraval is niet zo simpel als ik gedacht had. Omdat de camera’s reageren op alle beweging moet ervoor gezorgd worden dat alle planten, takken en andere dingen die door het beeld kunnen gaan zwaaien verplaatst worden. Vervolgens controleren we ook nog of de vissen wel in het beeld liggen en of de camera goed op onze beweging reageert.
Op de weg terug naar de auto lopen we nog een rondje door het gebied. Op wat eenden na hebben we de hele dag nog niet veel gezien. Maar plotseling in een tijdsbestek van nog geen 10 minuten zien we zowel een zwarte wouw als een wespendief langsvliegen. Twee roofvogels die ik hiervoor nog maar enkele keren in het buitenland had gezien.
Deze dag in de natuur is een mooie aansluiting op de rest van mijn stage. Omdat mijn stageperiode redelijk kort is verzamel ik zelf geen beelden in het veld. Mijn voornaamste bezigheid is het verwerken van de camerabeelden. Op mijn laptop heb ik een heleboel verschillende aaseters langs zien komen: voornamelijk vossen, wilde zwijnen en buizerds, maar ook steenmarters en kraaien en zelfs paarden en runderen die aan de kadavers likken.
Ik onderzoek zelf of omgevingsfactoren zoals vegetatie en habitattype invloed hebben op de detectietijden van kadavers. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat kadavers die in het bos liggen minder zichtbaar zijn en daardoor minder snel gevonden zullen worden door aaseters dan kadavers die in een open veld liggen. Ook kan het zijn dat de aanwezigheid van een grote weg in de buurt van een kadaver aaseters afschrikt.
Daarnaast schrijf ik ook nog een literatuurscriptie over de invloed van gewervelde aaseters op het voedselweb. Al met al veel te doen in 10 weken tijd! Daarom is een dagje veldwerk een welkome afwisseling. Zeker omdat simpelweg in de natuur zijn eigenlijk het leukst blijft...
Ik studeer biologie aan de Universiteit Utrecht, de onderzoeksstage en literatuurscriptie zijn samen het afsluitende onderdeel van mijn bachelor. Op de universiteit heb ik vooral veel theorie over ecologie en natuurbeheer gehad. Deze stage is een mooie kennismaking met natuurbeheer in de praktijk. Het heeft me geleerd dat natuurbeheer niet alleen op ecologie en soortenkennis neerkomt. De maatschappelijke opinie (en hoe daarmee om te gaan) over het laten liggen van kadavers is minstens zo belangrijk. Daarnaast heb ik geleerd dat het verzamelen van data uit de natuur ook niet altijd helemaal volgens plan gaat. Dat blijkt wel uit een aantal beelden waarop alleen boomtoppen te zien zijn nadat een rund besloot de paal waarop de camera gemonteerd was te gebruiken als rugkrabber…
Al met al was de stageperiode, ondanks het vele werk achter mijn laptop, een mooie en nieuwe ervaring
Teun Mevius, student biologie aan de Universiteit Utrecht en stagiair bij Dood doet Leven
Hier vind je de literatuurscriptie en het onderzoeksrapport van Teun.