BLOG: Een leven vol brandnetels, bosschages, bruggen, hekken en otters
14-11-2019|DOOR
“Ik denk dat dit wel een goede plek zou kunnen zijn” zei Vincent en hij wees richting de bosschages. We liepen over een kleine geasfalteerde weg met naast ons grote, dichtbegroeide struiken. Een stuk daarachter lag water. Otters houden van water. Het was een van de eerste keren dat ik met Vincent Martens (@Otjetwiets op twitter) op pad ging. Vincent is ecoloog en monitort al jaren de otter in Overijssel. Zijn kennis van de otter is dan ook oneindig. Terug naar de bosschages, ik was een beetje aarzelend in het begin en dacht: deze grote struiken in? Hoe kan het daarachter gunstig zijn? Oké, we hadden wel al wat mogelijke otterpaadjes gezien en hier in de buurt zat er ook een. Dus we wurmden ons door de struiken heen. We kwamen aan bij de oever en bingo! Iets verderop was een grote dikke wilg op een oever die omhoog liep. Dit zou nog wel eens een gunstige plek voor de otter kunnen zijn! Op deze plek hebben we wat vegetatie weggehaald, zand losgewoeld, visolie gedeponeerd en een camera opgehangen. We noemen deze plek: Otterplaza. Het was een heus otterstrand geworden.
Twee weken later ging ik met Vincent weer naar het strand, Otterplaza dus. We hadden een herkenningsstip geplaatst langs de weg, zodat we wisten waar we erin moesten. Vol verwachting de bosjes in hup naar de cameralocatie en verhip! Er lagen zo’n 3 tot 4 spraints (otterpoep) met zichtbare kreeftresten erin, er was dus een otter langs geweest! Ik pakte mijn laptop erbij en na vele beelden van o.a. muizen en merels was ze daar. Woehoe de otter!

Dit was nog redelijk aan het begin van mijn onderzoeksperiode. Gedurende het onderzoek groeide en groeide de vegetatie maar door, en plekken werden lastiger om te bereiken. De brandnetels kwamen boven me uit en ik werd gegrepen door bramen en meidoorns. Dat hield me echter niet tegen. Na de eerste keer door de struiken te zijn gegaan is er een knop in mij omgezet en al die ruigte deert me niet meer. Sterker nog, het geeft juist een avontuurlijk, enigszins stoer gevoel, als een soort jungle-expeditie-mens. Ik miste alleen mijn kapmes en tropenhelm nog. Niets houdt me meer tegen en ik vind het stiekem wel leuk om beschadigd en vies thuis te komen. Als je als bioloog niet vies wordt, dan doe je iets niet goed.
Als je onderzoek doet naar de otter, dan moet je wel door vegetatie, anders kom je gewoon niet bij de juiste plekken. Daarbij kwam nog dat bij sommige gebieden waar ik mijn onderzoek deed, mensen normaal niet mogen komen en dat is erg tof, kan ik je vertellen. Dit betekent dus ook dat er niet echt een pad is aangelegd, maar dat je dat zelf creëert. Ik ben in het veld dan ook toffe planten en dieren tegengekomen: koninginnenpages, ijsvogels, ransuil, visarend, zeearend, landkaartjes, groot spiegelklokje, bruine zandloopkevers en meer. Al heb ik in twee gebieden niet of nauwelijks otters op beeld gehad, het was elke keer weer fijn om daar te komen. De gebieden zijn prachtig en als je een half jaar lang eens per week of eens in de twee weken in dezelfde gebieden komt, dan zie je de vegetatie veranderen. Bloemen volgen elkaar op, waardoor er om de zoveel tijd een ander kleurenpalet ontstaat.
Met veel plezier heb ik mijn onderzoek uitgevoerd het afgelopen half jaar. Soms was het pittig, maar al met al heb ik het erg naar mijn zin gehad! Ik heb veel geleerd en ben alle mensen die ik heb ontmoet en die me geholpen hebben heel erg dankbaar. Ik vond het erg leuk om kennis te maken met de mensen van ARK Natuurontwikkeling en daar omheen.
Linde de Leeuw, student Toegepaste Biologie, Aeres Hogeschool Almere
Stagiair bij het otterproject