U bent hier

BLOG: Profiterende aaseters

6-08-2018|DOORARK Rewilding Nederland

Voor het laatste onderdeel van mijn Master opleiding Animal Sciences aan de Wageningen Universiteit was ik op zoek naar een stage waarbij het uitvoeren van ecologisch onderzoek centraal stond. Vanuit de Future For Nature Academy in Wageningen heb ik samen met andere studenten een excursie naar de Millingerwaard georganiseerd in september 2017, onder leiding van Caroline van der Mark werkzaam bij ARK Natuurontwikkeling. Doordat ik deze excursie zeer geslaagd vond en Caroline zo enthousiast vertelde over het werk van ARK, ben ik mij gaan verdiepen in de mogelijkheden om bij ARK stage te lopen. Via de website vond ik een interessant project, namelijk ‘Dood doet Leven’. In januari van dit jaar ben ik vol enthousiasme begonnen met mijn eigen onderzoek voor dit project!

Dood doet Leven zet zich in voor de terugkeer van dode dieren en aaseters in de natuur. Een dood dier vervult namelijk de functie van een druk bezocht restaurant, waar heel veel verschillende diersoorten op af kunnen komen. Echter er zijn maar weinig (grote) kadavers aanwezig in de natuur en het is niet volledig bekend welke diersoorten er precies van kunnen profiteren en op welke manier. En dit is precies wat ik heb kunnen onderzoeken met mijn stage! Ik heb onderzocht welke diersoorten er bij kadavers aanwezig zijn, welk gedrag ze vertonen en welke weefsels ze eten of meenemen. Ook heb ik gekeken of de staat van het kadaver (open of gesloten) een effect had op de waargenomen aaseters. In januari heb ik mijn onderzoeksvoorstel geschreven en daarna heb ik de 4 verschillende gebieden bezocht in Noord-Brabant en Limburg waar ik mijn onderzoek zou gaan uitvoeren. Zo kon ik de terreinbeheerders ontmoeten, mijn onderzoek bespreken en 2 tot 3 wildcamera’s ophangen per gebied. Voor deze camera’s werden er reekadavers geplaatst door de terreinbeheerders. Deze reeën waren zogenaamd ‘valwild’, oftewel doodgegaan door een verkeersaanrijding in de omgeving van de gebieden. De camera’s werden zo ingesteld dat ze een filmpje zouden maken van 1 minuut zodra er beweging was rond het kadaver. Ikzelf bezocht elke 2 weken de gebieden om de camera’s te controleren en de beelden van de SD-kaartjes af te halen. Deze beelden, genomen van februari tot en met april, heb ik toen verder thuis geanalyseerd met Agouti, een online webapplicatie van de WUR.

Kadaver voor een wildcamera. Foto: Ruth van den Herik
Kadaver voor een wildcamera. Foto: Ruth van den Herik

In totaal heb ik 1827 filmpjes geanalyseerd van 9 cameralocaties, genomen rond 23 kadavers. Bij de kadavers heb ik in totaal 26 verschillende diersoorten waargenomen. Zwarte kraaien, wilde zwijnen en vossen heb ik het meest gezien, maar ook bosmuis, bruine rat, buizerd, koe, hond, huiskat, paard, ree, steenmarter en zanglijster. Niet al deze dieren zijn aaseters, bijvoorbeeld koeien, paarden en reeën kwamen alleen maar snuffelen bij de kadavers. Op de videobeelden was te zien dat de aaseters voornamelijk spier- en huidweefsel van het kadaver opaten en in mindere mate kozen voor de zachte delen (o.a. ogen en neus) en organen. Deze weefselvoorkeur verschilde erg per diersoort. Een aantal vogelsoorten at bijvoorbeeld van de insecten en larven die aanwezig waren op het kadaver en een koolmeesje nam meermaals haren mee. De waargenomen diersoorten toonden vooral interesse in het kadaver of eetgedrag, maar dit verschilde ook weer per diersoort wat erg interessant was om te zien! Buizerds stonden vooral bovenop het kadaver, vossen toonden vooral interesse en wilde zwijnen en zwarte kraaien aten vooral van het kadaver. De staat van het kadaver bleek een effect te hebben op de aanwezigheid, het gedrag en de weefselvoorkeur van de aaseters. Bij gesloten kadavers toonden de dieren bijvoorbeeld meer interesse en van open kadavers werd meer gegeten.

Bemonstering van insecten op een kadaver. Foto: Ruth van den Herik
Bemonstering van insecten op een kadaver. Foto: Ruth van den Herik

Om een idee te krijgen van de insecten die zouden kunnen profiteren van kadavers, ben ik op stap geweest met EIS Kenniscentrum Insecten om kevers en vliegen actief te bemonsteren op kadavers. Dit was erg interessant om te zien omdat ik zelf maar weinig wist van insecten. Uiteindelijk zijn er 105 keversoorten en 18 vliegsoorten gevonden! Niet alle soorten waren specifiek voor kadavers, maar een behoorlijk deel consumeerde aas en/of waren afhankelijk van kadavers voor hun voortplanting.

Dit onderzoek heeft mij heel erg doen inzien dat er een heleboel diersoorten zijn die kunnen profiteren van kadavers, zowel gewervelde als ongewervelde dieren. Zij profiteren ieder op een andere manier, soms direct door het eten van aas of in het geval van insecten voor hun voorplanting, maar ook door bijvoorbeeld het verzamelen van haren welke gebruikt kunnen worden in vogelnesten. Mijn onderzoek benadrukt nog maar eens het belang van grote kadavers in de natuur! Tijdens deze stage heb ik een hele hoop kunnen leren over het Dood doet Leven-project, maar heb ik ook de mogelijkheid gekregen om met andere projecten van ARK mee te kunnen lopen, waaronder het otterproject. Het was een zeer leerzame periode waar ik met een hoop plezier op terugkijk!

Ruth van den Herik
Tweedejaars Master student Animal Sciences, Wageningen Universiteit