BLOG: Gedrag van taurossen en Exmoors
21-02-2018|DOOR
Mijn naam is Rob Oosterom en ik heb van november 2017 tot januari 2018 onderzoek gedaan naar de activiteiten van taurosrunderen en Exmoorpony’s in Herperduin. Ik ben 4e jaars student HBO Bos- en Natuurbeheer op Van Hall Larenstein te Velp, met als specialisatie (stedelijke) bosbouw.
De reden dat ik deze stage heb gekozen, is omdat ik graag meer wilde weten over ecologisch onderzoek. De stage hiervoor was ook een ecologisch onderzoek en ik wilde daar graag ontdekken of ik ecologie ook leuk vond, naast alleen bosbouw. Dat bleek zo te zijn, maar ik kwam er wel achter dat ik eigenlijk helemaal niks van ecologisch onderzoek af wist. En al helemaal niks van statistiek. Ik heb toen namelijk 2 maanden lang, ’s nachts boommarters gevolgd. Daar moest ik met een klembord, een hoofdlamp, een hele grote antenne en een piepende ontvanger elke nacht alleen de bossen in. Dat was natuurlijk fantastisch, maar ik kwam er toen helaas wel achter dat ik eigenlijk helemaal niet weet hoe onderzoek werkt.
Dit werkte als drijfveer om te zoeken naar een stage waar ik dit nog verder kon ontdekken en waar ik me zelf kon verdiepen in statistiek. Deze stage bleek daar perfect voor te zijn. Een ecologisch onderzoek naar het activiteitenbudget (een term die ik voor deze stage nog niet kende) en het foerageergedrag van (verwilderde) runderen en paarden, aan de hand van een vast protocol. Perfect!
Ik heb aan de hand van dit protocol, ongeveer 8 uur per dag de dieren gevolgd, de bossen door gestruind en vooral ook veel mensen gesproken. Mijn dag begon eigenlijk elke dag met een soort speurtocht. Ik moest namelijk eerst de kudde opsporen, voordat ik ze kon observeren. Dit deed ik door het gebied door te fietsen, totdat ik verse sporen tegenkwam. Want dan begon de échte uitdaging. Runderen en paarden lopen namelijk niet netjes over het voetpad, maar dwalen door de bossen, dichte struwelen en over de heide. En die sporen liepen kriskras door alle percelen heen. Gelukkig kon ik ze meestal wel binnen een uur vinden. Als ik ze dan eenmaal gevonden had, begon het grootste deel van mijn dag. Dit bestond uit ongeveer 6 tot 7 uur lang, elke 5 minuten een meting doen. Zo’n meting bestond uit een momentopname, waar ik in één keer alle dieren in zicht moest noteren. Ik moest opschrijven hoeveel ik er zag, wat ze aan doen waren, in welk biotoop ze stonden en wat ze aan het eten waren. Dit betekende dat na een volle dag observeren, ik thuiskwam met ongeveer 3 tot 4 bladzijdes aan metingen, die hopelijk die dag niet waren natgeregend.
Tijdens het observeren gebeurden ook af en toe interessante dingen. Je ziet na een tijdje heel goed wie elkaar aardig vinden, wie elkaar niet uit kunnen staan, wie de moeder is van wie, ga zo maar door. Maar je ziet ook heel goed hoe bezoekers op de dieren reageren. De een staat vol verwondering te kijken naar een enorme stier, de ander duwt hem aan de kant en loopt door. Dit laatste, is natuurlijk waar we niet blij van worden. Er staat niet voor niets: “Houd 25 meter afstand” op de borden. Ook staat op de borden dat honden aan de lijn moeten. Vooral dit laatste hield mij onverwachts nog best druk bezig tijdens mijn stage. Ik ben niet iemand die zeurderig naar een bezoeker toestapt omdat hij of zij de hond heeft loslopen, maar een blaffende hond die ruzie zoekt met een stier? Dan grijp ik toch liever wel in. Al met al heb ik heel erg veel geleerd, veel meegemaakt en ben ik erg enthousiast geworden voor ecologie.
Rob Oosterom, 4e jaars student HBO Bos- en Natuurbeheer op Van Hall Larenstein te Velp