Rijkswaterstaat werkt op de Ewijkse Plaat
3-10-2014|DOOR
Rijkswaterstaat rondt deze herfst de cyclische verjonging van de Ewijkse Plaat af. De Ewijkse Plaat is een voormalig schiereiland langs de zuidoever van de Waal bij Ewijk. De Ewijkse Plaat bestaat voornamelijk uit een natuurlijke oeverwal die ingesloten is door de Waal en de Ewijkse Strang. Hier graaft Rijkswaterstaat een tweetal geulen om de lokale wateropstuwing te neutraliseren. Met runderen en paarden wordt het begrazingsbeheer vormgeven en gecontinueerd. Op deze manier werkt Rijkswaterstaat samen met de beheerder van de Plaat aan veiligheid en natuurontwikkeling. De werkzaamheden duren naar verwachting circa 1,5 maand. Het afgegraven zand wordt per schip afgevoerd.
Natuurontwikkeling
Na de laatste grote zandafgraving in 1989 heeft de natuur vrij spel gekregen op de Ewijkse Plaat. Tegelijk startte ARK Natuurontwikkeling hier een experiment met natuurlijke begrazing met konikpaarden en runderen. Op de slikkige lage delen langs de Ewijkse Strang kiemden talrijke wilgen en ook enkele zwarte populieren. Hieruit ontstond een ooibos. Op de zandige oeverwal van de Waal ontwikkelde zich een stroomdalvegetatie en groeien wat zwarte populieren en bittere wilgen.
Meer veiligheid
Vergeleken met andere uiterwaarden ligt de Ewijkse Plaat zeer laag en is niet omgeven door een zomerkade. Hierdoor stroomt tijdens hoogwater een relatief groot gedeelte van het water over de plaat en kan over een lange periode zand bezinken. Meer dan 40.000 m3 zand is hier sinds de laatste zandafgraving in 1989 afgezet. Rijkswaterstaat heeft vastgesteld dat door deze aanslibbing en ooibosontwikkeling het rivierpeil ter plaatse 2 tot 3 centimeter wordt opgestuwd in vergelijking met het referentiejaar 1997.
Rijkswaterstaat neutraliseert dit hoogwatereffect met een uitgekiende verjongingskuur, die wordt aangeduid met de term cyclische verjonging. Aan dit procede ligt de gedachte ten grondslag dat de rivier te sterk beteugeld is om zelf het aangeslibde sediment weer op te ruimen. Daarom bootst men deze gewenste erosie kunstmatig na met het graven van twee diagonaalgeulen over de Ewijkse Plaat. Dat geeft het hoogwater de benodigde extra ruimte: circa 2,5 centimeter waterstandverlaging.
Veiligheid en natuur gaan samen
Het graven van de diagonaalgeulen over de Plaat biedt een oplossing voor het spanningsveld tussen natuurontwikkeling en ruimte geven aan het water. Door de Plaat niet meer als een pannenkoek integraal af te schrapen maar de extra ruimte voor het water in de vorm van geulen aan te brengen, doet men beter recht aan de rivierprocessen. Zo zou de rivier het ook doen als hij de kans kreeg. Bovendien kan de vegetatie op de Ewijkse Plaat op deze wijze grotendeels gespaard blijven en zich doorontwikkelen. Tegelijkertijd kan in de geulen een milieu ontstaan van karakteristieke pioniervegetatie van natuurlijke uiterwaarden.
De op de Ewijkse Plaat opgedane ervaringen met cyclische verjonging worden ingezet voor beheersmaatregelen elders langs de grote rivieren. In dit project werken samen Radboud Universiteit Nijmegen, Staatsbosbeheer, ARK Natuurontwikkeling en Rijkswaterstaat.