U bent hier

Otter in Ooijpolder duikt weer op

16-10-2014|DOORTwan Teunissen

Begin 2014 dook voor het eerst sinds de jaren zestig een otter op in de Ooijpolder bij Nijmegen. Het dier poseerde regelmatig voor verschillende cameravallen. Tot de maand mei; toen verdween de otter van de radar en leek de otter verdwenen. Afgelopen week keerde de otter terug, of was hij nooit weggeweest?

In januari 2014 was het groot nieuws dat in de Ooijpolder nabij Nijmegen een otter opdook. Het was de eerste waarneming nadat het dier in de jaren zestig was verdwenen. Vrijwilligers hingen cameravallen op en de otter liet zich maandenlang fotograferen en filmen. De otter was een actief mannetje en er was geen water waar de otter niet was geweest. Dat bleek ook uit de vele spraints, zijn uitwerpselen, die overal werden gevonden.

Dit veranderde toen vanaf eind mei geen otter meer werd waargenomen op de cameravallen in de Ooijpolder. Voormalige spraintplekken werden afgespeurd, maar zonder resultaat. De otter leek uit de Ooijpolder verdwenen. Maar op maandag 13 oktober was er dan toch weer een camera die de otter had vastgelegd. Een bijzonder detail is dat deze otter, net als eerder dit jaar, gebruik maakte van een faunatunnel. In de Ooijpolder zijn door de provincie Gelderland, terreinbeheerders, Wereld Na en ARK Natuurontwikkeling op verschillende plekken gevaarlijke oversteeklocaties voorzien van faunatunnels onder wegen en loopplanken onder viaducten. Deze werden begin dit jaar frequent  door de otter gebruikt. En niet alleen door de otter, maar door heel veel andere dieren zoals wezel, hermelijn, steenmarter, das en vos. Een mooie beloning voor de investeerders.

De afgelopen dagen is verder opnieuw succesvol gespeurd. Op drie locaties werden verse spraints gevonden. De Ooijse otterman is echt terug! Of is hij nooit weg geweest? Hoe heeft het dier zich maandenlang onder de radar van diverse speurders opgehouden?

De beste tijd om otters te zoeken is van oktober tot maart. Aan het begin van de herfst neemt de spraintactiviteit van otters toe. Otters zijn dan op zoek naar een territorium en een partner en doen daar hun best voor. Kilometers oever worden afgestruind waarbij opvallende plekken, zoals een boomstronk, zelfgemaakte krabhoopjes of een grote steen, worden gebruikt om spraints te deponeren. Dé werkwijze van otters om zich kenbaar te maken voor soortgenoten.

De Zoogdiervereniging zet zich, in samenwerking met de Bever- en Otterwerkgroep  CaLutra, in heel Nederland in voor de monitoring van bevers en otters. Deze monitoring is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Vele vrijwilligers zijn de komende winter weer langs oevers van beken, sloten en rivieren te vinden om de otter in kaart te brengen. Met name onder viaducten zal gezocht worden, omdat otters daar een voorkeur voor hebben. Daar regenen (geur)sporen niet weg en zijn ze makkelijker voor soortgenoten en mensen te vinden.

Spraint otter
Spraint otter

De uitwerpselen zijn een paar centimeter lang en 0,5-1 cm dik en bevatten prooiresten (schubben, graten, soms ook delen van krabben).  De kleur is zwart, grijs tot groen en ze ruiken sterk naar vis, met een zoete zweem. Naast deze uitwerpselen wordt ook een tweede type spraint geproduceerd die meer een geleistructuur heeft zonder resten van prooien, maar wel met die sterke visgeur.

De ervaring leert dat otters plotseling op onbekende plekken kunnen opduiken. Wellicht wel in uw omgeving? Een uitdaging om aankomende winter te speuren naar sporen van otters. Als u otters wilt gaan inventariseren ga dan niet op eigen houtje aan de slag, want u maakt dan de kans dat u in een gebied gaat kijken dat al geïnventariseerd wordt ten behoeve van het meetnet. Neem hiervoor eerst contact op met de Zoogdiervereniging. Er wordt dan contact met u opgenomen.

Mogelijke sporen van otters kunt u melden (liefst met foto) op www.waarneming.nl of www.telmee.nl .

ARK zet zich in voor de terugkeer van de otter in het rivierengebied in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds en met steun van de Nationale Postcode Loterij.